Een korte toelichting.

Lokaal Tilburg is verheugd met alle aandacht voor inwonersparticipatie. Naast de Rekenkamer heeft ook de Sociale Raad een rapportage aangeboden met een aantal adviezen hierover. Vlak voor het zomerreces heeft Lokaal Tilburg een initiatiefvoorstel ingediend met als slogan “Tilburg van buiten naar binnen”.

Dit initiatiefvoorstel staat nu op de agenda.

Graag wil ik een korte toelichting geven op ons initiatiefvoorstel.

We zijn blij dat inwonersparticipatie zo hoog op de politieke agenda staat en dat is terecht want we moeten ten alle tijde onze inwoners serieus nemen. We kunnen daarin verbeteren en merken dat niet in alle gevallen onze inwoners voldoende gehoord worden. Dat geldt vooral voor het fysieke – maar ook in het sociale domein. Onze inwoners moeten vooraf weten waar ze aan toe zijn, tijdig worden gehoord, invloed mogen uitoefenen maar ook horen wat er met hun inbreng gebeurt. Verwachtingenmanagement is het sleutelwoord en we moeten nog meer van buiten naar binnen denken; vandaar onze slogan “Tilburg van buiten naar binnen”.

We hebben nagedacht over de centrale vraagstelling:

Hoe kan de gemeente bij de ontwikkeling en uitvoering van plannen vooraf duidelijkheid geven over de rollen van onze inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden.

Daarbij geldt – wat ons betreft – dat het niet alleen gaat om de rol van onze inwoners c.a. maar het gevolg daarvan is dat we ook kritisch moeten kijken naar onze rol als raad, die van het college en de ambtelijke organisatie.

We denken dat deze (gedrags-)verandering alleen tot stand kan komen vanuit een gestructureerde aanpak. Daar hebben we over nagedacht en hebben een startnotitie opgesteld. Deze moet niet worden gezien als een keurslijf maar als een denkkader c.q. een manier van denken die ons helpt vooraf goed na te denken waarom we iets willen doen, wat onze kaders zijn, wie we erbij gaan betrekken, welke rollen we gaan invullen etc. Een dergelijke denkrichting leidt ertoe dat alle betrokkenen zowel intern (raad, college en organisatie) als extern (inwoners en andere belanghebbenden) vooraf weten waar ze aan toe zijn. We voorkomen hierdoor misverstanden en krijgen steeds meer draagvlak voor onze ideeën en plannen.

We zijn ervan overtuigd dat er op deze wijze invulling wordt gegeven aan echte inwonersparticipatie en hopen dat de raad deze aanpak omarmt.

We hebben kennis genomen van de rapportage van de Rekenkamer “De (Til)burger Centraal”.

De aanbevelingen spreken ons aan en stralen uit dat onze inwoners vroegtijdiger en intensiever betrokken moeten worden bij het gemeentelijk beleid. De volgende zaken spreken ons aan en sluiten ook aan op ons initiatiefvoorstel:

  • er zal een overbrugging moeten plaatsvinden tussen de systeemwereld van de gemeente en de leefwereld van onze inwoners.
  • het gedeelde belang aan de voorkant met een goede afweging van belangen vinden wij essentieel om daar vervolgens afspraken over te maken m.b.t. doelen, resultaten, samenwerking en borging.
  • het meer denken vanuit oplossingen en mogelijkheden en niet vanuit hiërarchie, beleid en regels.
  • het beter promoten van onze successen en de goede ervaringen te bespreken. Daar leren we van en hopen dat het college bereid is structureel en periodiek de “good practices” met ons te delen.

De reactie van de Sociale Raad ligt in het verlengde van het voorgaande en zij doen praktische voorstellen om beter invulling te geven aan inwonersparticipatie.

Waar we minder blij mee zijn is de reactie van het college op ons initiatief-voorstel.

We willen met name reageren op een paar passages op pagina 2 en 3 onder het kopje “Initiatiefvoorstel van buiten naar binnen”.

1. Het eerste gedachtestreepje luidt, ik citeer, “Het initiatiefvoorstel betreft een concrete invulling van een werkwijze. Daarbij rijst de vraag over de rolverdeling tussen college en raad. Door als raad te besluiten op de hoe vraag , doorkruist men het college om zelf invulling te geven aan haar uitvoeringsplicht”.

Hier zijn wij het niet mee eens. We doorkruisen niet het college maar ondersteunen ze tot een betere rolverdeling te komen. Zoals gezegd reiken we een denkkader aan dat behulpzaam kan zijn om vooraf tot een goede rol invulling te komen van samenleving en gemeente.

2. Naar onze mening is de opmerking binnen het ruimtelijk domein waarin wordt gesteld dat het initiatiefvoorstel het traject van een gedegen implementatie van de Omgevingswet doorkruist, in tegenspraak met de opmerking dat desalniettemin de aanpak van de 7- W vragen nadrukkelijk kan worden geïncorporeerd in het programma van de implementatie van de Omgevingswet.

3. Door het college wordt gesteld dat het werken met startnotities niet de voorkeur heeft. Het gevaar van bureaucratisering ligt op de loer en het doet geen recht aan de diversiteit van initiatieven en vormen van participatie.

Naar onze mening is er geen sprake van bureaucratie, sterker nog het leidt tot minder bureaucratie als er vooraf duidelijkheid is over de rollen waardoor tijdens het proces niet allerlei correcties toegepast moeten worden. Daarnaast doet het juist wel recht aan de diversiteit van initiatieven en vormen van participatie. Je bepaalt – afhankelijk van de omvang en complexiteit van het initiatief- vooraf wat de kaders zijn en de rollen. De vorm van participatie komt aan de orde door het geëigende instrumentarium in te zetten (informatieavonden, bewonersbijeenkomsten, digitale enquêtes etc).

Over de reactie van het college willen we nog opmerken, dat ook wij van mening zijn dat door de gemeente op vele terreinen op een positieve wijze wordt gewerkt aan inwonersparticipatie maar wij merken te weinig dat de bereidheid bestaat aan gedragsverandering te werken.

Als we tot slot kijken naar de reactie van het college op het initiatiefvoorstel dan kunnen we deze niet plaatsen in relatie tot de unaniem aangenomen motie in de raadsvergadering van 21 oktober 2019 bij de behandeling van het Rekenkameronderzoek:

“De aanbevelingen uit het Rekenkamerrapport in samenhang met het initiatiefvoorstel “Tilburg van buiten naar binnen” uit te werken in een actieplan en deze in het eerste kwartaal van 2020 aan de raad voor te leggen”.

Ik ga afsluiten en vraag de raad steun voor ons initiatiefvoorstel .

Ik dank u voor uw aandacht,

Frans van Aarle. 01-11-2019.

Dank u voor het delen!